Hoe steun je een naaste met kanker?

Is de behandeling klaar? Wees er dan óók!
Een kankerdiagnose gooit een leven vaak goed overhoop. Natuurlijk voor de patiënt, maar óók voor hun partner, familie en vrienden. Hoe bied je steun aan iemand met kanker? Aline Rütter is GZ-psycholoog bij het Helen Dowling Instituut en gespecialiseerd in begeleiding van mensen met kanker en hun naasten.

Kankerhandboek
Voordat Rütter enkele handvatten geeft, wil ze vast een idee uit de weg hebben: het ideale kankerhandboek bestaat niet. “Er zijn simpelweg geen strikte protocollen die je kunt inzetten”, vertelt ze. “Ieder mens heeft een eigen karakter en gaat dus ook op een eigen manier om met een tegenslag als kanker.”

Ook voor naasten is dit zwaar, partners in het bijzonder. “Een diagnose werpt beide partijen even terug op hun eigen eilandje”, vertelt Rütter. “De patiënt denkt: help, wat betekent dit voor mij?’, de partner idem dito. Je bent even helemaal egocentrisch bezig, je wordt op jezelf teruggeworpen. Dit is een heel normaal psychisch mechanisme. Wat natuurlijk niet de bedoeling is, is dat deze eilandjes (te) ver uit elkaar drijven. Je moet regelmatig bruggen slaan, even peilen: hoe gaat het met mij én met jou?”

En juist die eenvoudige vraag kan moeilijk zijn, als je even niet weet wat je met een situatie aan moet. Rütter tipt daarom het stellen van een open vraag, zoals ‘Ik vond het vandaag verdrietig dat *zelf invullen*, had jij dat ook?’.  Ze legt uit: “Op deze manier kun je met het gesprek altijd twee kanten op. Hoe vaker je dit soort vragen stelt, hoe meer inzicht je krijgt in wat het kankerverhaal met jezelf doet én hoe het jullie samen bezig houdt.”

Steun bij kanker
Ook voor vrienden en familie is het moeilijk. Hoe bied je hulp en steun zonder te veel tot last te zijn? Ook hier bestaan helaas geen vaste regels voor. De een waardeert het als iemand elke avond op de stoep staat met een pan eten, de ander wil juist zo autonoom mogelijk blijven. Er is tenslotte al voldoende dat ineens overhoop ligt in het leven.

“Overleg is hierin het belangrijkst”, volgens Rütter. “Vraag simpelweg of je iets kunt doen, of iemand daar behoefte aan heeft. Bied meteen concrete mogelijkheden aan: een maaltijd, rit naar het ziekenhuis of kopje koffie voor de gezelligheid. Leg zo’n aanbod niet volledig open bij de patiënt neer.” Als diegene laat weten dat ze even niets nodig hebben en zoiets liever zelf aangeven, antwoord dan niet: ‘Prima, bel me maar als het verandert’. Dat zullen de meeste patiënten namelijk niet zo snel doen, aldus Rütter.

“Dat voelt dan toch als too much, een te grote hulpvraag. Daarnaast is het voor hen ook wel fijn als iemand regelmatig toch even informeert hoe het gaat en opnieuw hulp aanbiedt. Zo krijgen zij ook de ruimte om duidelijk te kunnen zeggen wat ze nodig hebben, mocht de situatie veranderen.”

Na de behandeling
Waar Rütter zich met name hard voor wil maken, is het traject ná de behandeling. Dat voor veel mensen dan pas de allerzwaarste periode komt, wordt nogal eens vergeten. Rutter: “Na de medische behandeling krijg je vaak te horen: ‘Zo, dit heb je lekker achter de rug’, terwijl je dán pas de mentale ruimte krijgt om dingen te verwerken. Als je naasten klaarstaan om de draad op te pakken terwijl jij nog niet zover bent, kan dat heel zwaar zijn.”

Het einde van een behandeling betekent niet het einde van het probleem. Het komt vaak voor dat mensen huilend tegenover Rütter zitten, juist als hun medische traject klaar is. Het wordt stiller om hen heen: ze krijgen geen bloemen of post meer, minder vragen en lieve berichten. Rütter: “Gedachten als ‘zat ik maar weer even aan de chemo’ zijn tegen mij meer dan eens uitgesproken. Zo schrijnend kan het zijn, zo eenzaam kunnen mensen zich voelen na hun behandeling.”

Maak het bespreekbaar
Het is volgens Rütter dus minstens zo belangrijk om ook na het ziekteproces aangehaakt te blijven. Daarbij is het belangrijk om er niet vanuit te gaan dat alles meteen weer piekfijn in orde is. “Zeg niet alleen: ‘Wat zie je er goed uit’, maar vraag: ‘Wat zie je er goed uit, voel je je ook zo?’. Zo geef je iemand de ruimte om te praten, ook over dingen die nog niet goed aanvoelen.”

Ook terugkeren naar kantoor kan ongemakkelijkheid met zich meebrengen. Collega’s willen naar je situatie informeren, maar vinden het tegelijkertijd spannend. Rütter’s advies: maak het bespreekbaar. “Zeg gewoon dat je benieuwd bent naar hoe het met haar gaat, en vraag of dit het goede moment is. Denk niet meteen: ze zal wel geen zin hebben in vragen. Dat leidt tot situaties waarin iedereen op elkaar aan het wachten is en daar heeft niemand iets aan.”

Communicatie is en blijft het kernwoord. Ga niet invullen wat de ander denkt of voelt, benadrukt Rütter. “Situaties en ervaringen zijn nooit universeel. Iedereen gaat op zijn eigen, unieke manier met een kankerervaring om.”

Bron: Linda.nl

Last modified: 5 oktober 2021

2 Replies to “Hoe steun je een naaste met kanker?”

  1. Sylvie schreef:

    Zo waar dit! Waar ik erg boos om kan worden is dat mensen voor je gaan invullen; ik zeg maar niks of vraag maar niks want ze zal wel…. Wat ik probeer duidelijk te maken aan mijn omgeving is dat je altijd mag vragen. Of en wat ik wil vertellen (op dat moment) geef ik dan wel aan. Als je niet weet wat te zeggen, zeg dat dan. Alles beter dan niks zeggen of aan mijn man vragen hoe het met mij gaat terwijl ik erbij sta. En tegen mij is vaak gezegd hoe moeilijk anderen het vinden. En daar komt het egoisme dan bovendrijven; moet je je eens voorstellen hoe moeilijk het dan voor mijn man, mijn kinderen en mij is. Ik kan zelf gelukkig makkelijk praten over mijn situatie (uitgezaaide longkanker, ongeneeslijk). Waar ik niet over kan praten, de toekomst, wat het doet met mijn man en kinderen, dat geef ik ook aan. Maar ga vooral niet invullen voor een ander. Het zou geweldig zijn als hier wat meer aandacht aan gegeven werd, een campagne bijvoorbeeld

    1. Geert Heisen schreef:

      Sylvie,

      Heel veel sterkte gewenst, ook voor je naasten.

      Geert

Laat een reactie achter aan Sylvie Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *